Autisme

Let op: Ik spreek bewust over expertisegebieden. Dit heeft te maken met mijn visie op onderzoek en diagnose. Lees dus vooral ook verder op de pagina Expertisegebieden.

Het begrip autisme wordt voor het eerst genoemd door Leo Kanner in 1943. Daarnaast publiceerde Hans Asperger slechts een jaar later ook over autisme. Zowel Kanner als Asperger beschreven autisme in termen van tekorten, beperkingen en moeiten. Maar Asperger vulde daarbij aan dat kinderen met autisme ‘kleine professoren’ zijn. Door hun gedetailleerde kennis op gebied van hun interesse, zouden ze tot veel in staat zijn! Inmiddels is bekend dat autisme aangeboren is en dat het voor een groot deel genetisch bepaald is. Maar of het tot uiting komt wordt bepaald door de omgeving waarin een kind opgroeit! Oftewel: als naaste van iemand met autisme kan je van onschatbare waarde zijn!

Sociaal-emotioneel contact en non-verbale communicatie

Kinderen met autisme vinden het vaak lastig om informatie goed te ontvangen en hier passend op te reageren. Met name de communicatie zonder woorden wordt lastig opgepikt. Dit kan zorgen voor lastige situaties in het contact met anderen. Aan de andere kant is het ook waardevol dat er veel meer focus ligt op de objectieve informatie. Hier houden kinderen met autisme stevig aan vast. Daarnaast zullen kinderen met autisme zelden ergens “omheen draaien” en weet je dus goed waar je aan toe bent!

Relaties aangaan, onderhouden en begrijpen

Kinderen met autisme hebben in het algemeen moeite met sociale contacten. Het starten en gaande houden van een gesprek kost erg veel energie. Hierdoor is het lastig om vriendschappen op te bouwen. Maar als er veel energie is gestopt in het opbouwen van een vriendschap, zal een kind met autisme ook loyaal blijven en door het vuur gaan om de relatie goed te houden. Als er dus eenmaal vriendschappen zijn, dan zijn deze vaak ook diepgaand en blijvend!

Herhalende bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak

Wanneer kinderen met autisme spanning of andere heftige emoties ervaren, vallen ze vaak in herhalende bewegingen, gebruik van bepaalde voorwerpen of spraakpatronen. Deze herhalingen zijn vaak opvallend, waardoor anderen er (negatief) op reageren. Maar door te doen worden emoties niet (altijd) opgekropt en kunnen de emoties worden gesignaleerd en opgepakt door de omgeving. Het is dus ook een manier van communiceren!

Routines en gedragspatronen

Het meest bekende en zichtbare gedrag van kinderen met autisme zit in het vasthouden aan routines en gedragspatronen. Kinderen met autisme ervaren hierdoor rust en overzicht. Deze routines zijn in de praktijk niet altijd haalbaar en dat kan zorgen voor lastige situaties. Aan de andere kant zijn kinderen met autisme hierdoor erg voorspelbaar (als je ze goed genoeg kent) en kan je dus ook echt op ze bouwen!

Interesses

Kinderen met autisme hebben vaak weinig, maar zeer intense interesses. Ze weten van één of een klein aantal onderwerpen enorm veel en kunnen zich hier heel goed op concentreren. Daarnaast zijn kinderen met autisme vaak ook sterk in analytisch denken: ze kunnen goed informatie verzamelen, hiertussen verbanden leggen en vervolgens conclusies trekken. In hun interessegebied zullen kinderen met autisme dus met kop en schouders boven anderen uitsteken!

Prikkelverwerking

Kinderen met autisme krijgen prikkels vaak intenser binnen en ze kunnen ze minder goed filteren en verwerken. Dit betekent dat ze snel te veel prikkels binnen krijgen en hierdoor kunnen ze drukke of chaotische situaties moeilijk aan. Hierdoor worden kinderen met autisme al jong uitgedaagd om lef te hebben en goed hun grenzen te bewaken én om tijd voor zichzelf te nemen. En dat is in de huidige tijd zeker geen overbodige luxe!

Wilt u meer weten? Neem dan contact met mij op!